Begroting 2019

Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financiële kengetallen

Alle gemeenten zijn verplicht om een tabel met financiële kengetallen op te nemen in de begroting en de jaarstukken. Dit is opgenomen in een ministeriële regeling.

De kengetallen geven een globaal inzicht in de verwachte financiële ontwikkelingen in de gemeente. Een afzonderlijk kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie moet worden beoordeeld. De kengetallen zullen in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente.

De volgende zes financiële kengetallen worden onderkend:

  1. Netto schuldquote
  2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  3. Solvabiliteitsratio
  4. Structurele exploitatieruimte
  5. Grondexploitatie
  6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

Financiële kengetallen

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Netto schuld quote

20%

34%

34%

26%

20%

16%

Netto schuld quote gecorrigeerd

10%

24%

25%

18%

12%

10%

Solvabiliteitsratio 

59%

58%

59%

59%

59%

59%

Structurele exploitatieruimte 

4,86%

-2,29%

0,18%

0,67%

1,55%

1,44%

Grondexploitatie

36%

36%

32%

24%

18%

15%

Belastingcapaciteit

89%

83%

87%

91%

92%

92%

Hieronder treft u voor de begroting per genoemd kengetal een uitleg aan, inclusief de berekening en beoordeling.

1. Netto schuldquote
Definitie:
De netto schuldquote geeft de verhouding weer tussen het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Hierin is een nuancering op zijn plaats. Het kan namelijk voorkomen dat gemeenten veel geld doorlenen aan derden. Om die reden is de 'netto schuldquote gecorrigeerd' ontwikkeld. Hierin is het doorleeneffect geëlimineerd en geeft daarmee een zuiverder beeld van de positie van de gemeente weer.

Netto schuldquote
(bedragen x € 1.000)

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Vaste schulden

+

20.522

19.127

17.732

16.336

14.941

13.545

Netto vlottende schuld

+

3.606

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Overlopende passiva

+

3.945

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Financiële activa

-

0

0

0

0

0

0

Uitzettingen

-

12.152

4.000

4.000

5.000

5.000

5.000

Liquide middelen

-

255

494

110

2.005

4.351

5.110

Overlopende activa

-

2.277

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Totale baten

65.643

61.301

59.532

61.306

61.920

60.540

Netto schuldquote

20%

34%

34%

26%

20%

16%

2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Netto schuldquote gecorrigeerd

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Vaste schulden

+

20.522

19.127

17.732

16.336

14.941

13.545

Netto vlottende schuld

+

3.606

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Overlopende passiva

+

3.945

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Financiële activa

-

6.953

6.301

5.361

4.917

4.388

3.901

Uitzettingen

-

12.152

4.000

4.000

5.000

5.000

5.000

Liquide middelen

-

255

494

110

2.005

4.351

5.110

Overlopende activa

-

2.277

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Totale baten

65.643

61.301

59.532

61.306

61.920

60.540

Netto schuldquote gecorrigeerd

10%

24%

25%

18%

12%

10%

Beoordeling:
Dit kengetal laat zien dat de gemeente in verhouding veel eigen middelen heeft (ter vergelijk: een ratio van 60% is het gemiddelde van alle gemeenten). De rentelasten en aflossingen drukken dus beperkt op de exploitatie.  

3. Solvabiliteitsratio
Definitie:
De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgedrukt in het percentage eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal. In het bedrijfsleven is dit een veelgebruikte ratio en daar wordt een minimum norm gehanteerd tussen 25% en 40% voor een solvabele vermogenspositie.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000)

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Eigen vermogen

50.644

45.752

43.792

41.985

40.368

38.988

Balanstotaal

86.208

79.290

74.065

71.159

68.490

65.940

Solvabiliteitsratio

59%

58%

59%

59%

59%

59%

Beoordeling:
Hoe hoger dit percentage, hoe beter voor de weerbaarheid. Een solvabiliteit groter dan 50% is zeer positief te noemen. De gemeente Dalfsen heeft een zeer solvabele vermogenspositie. De gemeente is goed in staat om financiële klappen en risico's op te vangen.

4. Structurele exploitatieruimte
Definitie:
Om een flexibele begroting te kunnen bewerkstelligen is het zinvol de structurele baten hoger te laten zijn dan de structurele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

Structurele exploitatieruimte
(bedragen x € 1.000)

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Structurele lasten

56.321

63.942

60.792

62.339

62.579

61.049

Structurele baten

58.181

60.749

59.192

61.106

61.920

60.540

Structurele toevoegingen aan reserves

804

20

20

20

20

20

Structurele onttrekkingen aan reserves

2.137

1.810

1.730

1.662

1.637

1.400

Totale baten

65.643

61.301

59.532

61.306

61.920

60.540

Structurele exploitatieruimte

4,86%

-2,29%

0,18%

0,67%

1,55%

1,44%

Beoordeling:
Hoe hoger dit percentage hoe beter. Een positieve uitkomst van dit kengetal houdt in dat de gemeente structurele lasten kan afdekken door structurele baten. Dit kengetal laat zien dat de gemeente in staat is de structurele lasten af te dekken met structurele baten. De (meerjaren) begroting is structureel sluitend. Hierin is een positieve ontwikkeling zichtbaar.

5. Grondexploitatie
Definitie:
De boekwaarde van de voorraden grond zijn van belang, want deze waarden moeten meerjarig worden terugverdiend bij de verkoop. De ratio wordt berekend door de bouwgrond in exploitatie te delen door de totale baten van de programmabegroting in de bijlage 4.2.

Kengetal grondexploitatie in %
(bedragen x € 1.000)

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Bouwgronden in exploitatie

23.653

21.872

19.171

14.971

11.114

9.277

Totale baten

65.643

61.301

59.532

61.306

61.920

60.540

Kengetal Grex

36%

36%

32%

24%

18%

15%

Beoordeling:
Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totaal geraamde baten. Hoe lager dit percentage is, hoe beter voor de financiële weerbaarheid. Een grondexploitatie van 10% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar. De komende jaren zullen de voorraden gronden afnemen en daarmee zal de kwetsbaarheid worden verminderd.

6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishoudens
Definitie:
Het cijfer geeft inzicht hoe de belastingdruk zich in de gemeente verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo en 'waarstaatjegemeente.nl' publiceren deze gegevens.

Rekening 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

OZB last gezin gemiddelde WOZ-waarde

278

302

320

339

350

353

Rioolheffing gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

139

137

137

137

137

137

Afvalstoffenheffing voor gezin

230

161

174

180

180

180

Totale woonlassten voor gezin bij gem. WOZ-waarde

647

600

631

656

667

670

Woonlasten landelijk T-1

723

721

723

725

727

729

Woonlasten tov landelijk gemiddelde jaar ervoor

89%

83%

87%

91%

92%

92%

Beoordeling:
De gemiddelde woonlast ligt voor een 'gemiddeld gezin' in Dalfsen ruim lager dan het landelijke gemiddelde, ondanks dat een stijging van 6, 6, 3 procent bij de OZB is opgenomen. De gemeente zou meer inkomsten uit belastingen kunnen verwerven. Of dit al dan niet gebeurt is een beleidskeuze.