Hieronder volgt een toelichting op de verschillen groter dan € 50.000 - op beleidsveld niveau - tussen de begroting 2019 en de begroting 2018 (inclusief alle begrotingswijzigingen t/m juni 2018).
De afwijkingen zijn aangeduid als voor- of nadeel. Nadeel betekent dus hogere lasten of lagere baten in de begroting 2019 ten opzichte van de begroting 2018.
Algemene baten en lasten | € 181.000 N |
---|
Treasury Nadeel € 179.000
De te betalen rente levert een voordeel op van € 24.000 als gevolg van gedane aflossingen op aangetrokken langlopende geldleningen. De te ontvangen rente is in 2019 minder dan in 2018, € 44.000 als gevolg van ontvangen aflossingen op de verstrekte geldleningen.
Op begrotingsbasis wordt uitgegaan van 1% toegerekende rente aan de grondexploitaties. Ten opzichte van 2018 levert dit een nadeel op van € 43.000 als gevolg van een wijziging in de boekwaarde op 1 januari 2019.
Daarnaast wordt er een lagere dividenduitkering verwacht van de BNG en Vitens, totaal € 116.000.
Stelpost loonkosten en overdrachtsdocument Nadeel € 530.000
In de begroting 2018 was een stelpost van € 70.000 opgenomen voor algemene salarisstijging (0,5%), deze is met ingang van 2019 in de salarisbegroting opgenomen. In de Perspectiefnota 2019 is onder de noemer Personeel en automatisering overdrachtsdocument € 1 mln opgenomen voor personeel en automatisering. In het kader van de ombuigingen stellen wij voor dit bedrag gefaseerd beschikbaar te stellen en voor 2019 het bedrag te verlagen naar € 600.000, zie ook de toelichting in de Bestuurlijke samenvatting, onderdeel Financieel Meerjarenbeeld.
Stelpost overig Voordeel € 590.000
In 2018 is rekening gehouden met een stelpost van € 190.000 voor tegenvallend accres. Deze is niet opgenomen in 2019.
Conform de meicirculaire 2018 is in 2019 is een stelpost opgenomen van € 400.000 ivm ontvangsten vanuit het BTW compensatie fonds. In de ombuigingen die door ons in de begroting zijn opgenomen wordt voorgesteld deze met € 100.000 te verhogen. Zoals in de inleiding al is aangekondigd is er een stelpost opgenomen om de ambities van de raad te kunnen verwezenlijken en de schommelingen in de algemene uitkering op te vangen, deze is onder deze post als last opgenomen voor € 100.000.
Onvoorzien Nadeel € 61.500
Jaarlijks is een bedrag van € 3 per inwoner beschikbaar als stelpost onvoorzien (€ 84.000).
Bij de 1e bestuursrapportage 2018 is besloten een bedrag van € 61.500 in te zetten voor Flash (Kulthurhus De Spil) en de Fontein in het Waterfront.
Algemene Uitkering | € 920.000 V |
---|
Dit is conform de afwijking in de meicirculaire 2018 / Perspectiefnota 2019 (€ 34.136.000 - € 35.082.000)
Daarnaast is er nog sprake van een afwijking van € 26.000. Dit is het bedrag dat in 2017 is ontvangen (op basis van de meicirculaire 2018) voor vergunninghouders die in november en december 2017 zijn gehuisvest.
Belastingen en heffingen | € 345.000 V |
---|
OZB Voordeel € 324.000
Voor 2019 is rekening gehouden met een verhoging van 6%. Daarnaast is ook rekening gehouden met areaaluitbreiding door nieuwbouw. Totaal zijn de opbrengsten € 340.000 hoger dan in 2018.
De bijdrage aan het GBLT (voor het onderdeel dat wordt toegerekend aan OZB) is verhoogd met € 32.000 en de afschrijvingslast van software € 15.000 is vervallen met ingang van 2019.
Toeristenbelasting Voordeel € 20.000
In de oorspronkelijke begroting 2018 is rekening gehouden met een opbrengst van € 143.000 o.b.v. 168.000 overnachtingen. Op basis van de tweede voortgangsrapportage van het GBLT (juli 2018) is de verwachting dat de opbrengst over het jaar 2018 uit gaat komen op € 160.000 (188.000 overnachtingen). Het aantal overnachtingen lijkt een structureel karakter te hebben. Voor 2019 houden wij rekening met een stijging van 24.000 overnachtingen, gezien ook de huidige economische groei en gaan wij uit van totaal 192.000 overnachtingen (zie voor het aantal overnachtingen ook Wat willen we bereiken? onder 5.4).
Burgerzaken | € 107.000 N |
---|
Leges rijbewijzen en reisdocumenten Nadeel € 86.000
Door de grote daling van het aantal aanvragen (ivm aanpassing geldigheidsduur van vijf naar tien jaar) daalt de legesopbrengst vanaf 2019 jaarlijks met ca. € 145.000. Daar staat tegenover dat de legesafdracht aan de rijksoverheid daalt met ongeveer € 40.000 (conform PPN 2018). De daling van het aantal aanvragen was ook deels voor 2018 het geval. Via de 1e bestuursrapportage 2018 zijn daarom ook de legesopbrengsten en afdrachten aan het rijk bijgesteld voor het jaar 2018.
Verkiezingen Nadeel € 35.000
In 2018 was er 1 verkiezing, te weten Gemeenteraad in combinatie met het referendum. In 2019 zijn er 2 verkiezingen: Provinciale Staten & Waterschap en het Europees Parlement.
Apparaatskosten
De apparaatskosten worden op totaalniveau toegelicht binnen de Financiële afwijkingen van programma 1.
Overhead | € 697.000 V |
---|
Communicatiebeleid Nadeel € 55.000
Conform de PPN 2019-2022 zijn de budgetten voor het versterken van de communicatiekracht, het tijdig inspelen op nieuwe ontwikkelingen in communicatie en het promotiebeleid incidenteel verhoogd in 2019 met een bedrag van € 55.000.
Toevoeging aan voorziening groot onderhoud gem gebouwen Voordeel € 875.000
In 2018 is incidenteel een bedrag van € 930.000 toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen.
Daarnaast is op basis van de PPN 2019 de toevoeging aan de voorziening structureel verhoogd van
€ 110.000 naar € 165.000.
Afschrijvingslasten gemeentehuis Voordeel € 490.000
De afschrijvingslasten van gemeentehuis gebouw (installaties en inventaris) en meubilair liepen t/m 2018. Deze bedragen werden onttrokken aan de reserve kapitaallasten (KL) en levert daar ook een nadeel op. Zie ook hieronder bij "mutaties in de reserves". Voor de begroting is het effect budgetneutraal.
In de Investeringsplanning 2019 is rekening gehouden met vervanging van een deel van het meubilair in het jaar 2021.
Transformatie MO opleidingsbudget Nadeel € 170.000
Voor de uitvoering van de transformatie is in totaal € 260.000 nodig voor opleiding en ontwikkeling van de medewerkers. Een deel van deze kosten valt in 2018 (€ 30.000). Het grootste deel ad. € 170.000 valt in 2019 en in 2020 zal € 60.000 worden uitgegeven. Het budget voor 2018 is aangevraagd bij de 2e bestuursrapportage 2018.
Toerekening uren aan investeringen Nadeel € 212.000
Het bedrag dat als apparaatskosten wordt toegerekend aan investeringen en projecten is in de begroting 2018 geraamd op € 373.000. In 2019 is hiervoor een bedrag van € 161.000 geraamd. Het verschil wordt met name veroorzaakt doordat met ingang van 2019 de inzet van uren rechtstreeks bij de investeringen wordt geraamd.
Salarissen overhead Nadeel € 230.000
Op het onderdeel overhead zijn in 2019 meer salariskosten toegerekend en deze worden op totaalniveau toegelicht binnen programma 1.
Mutaties reserves | € 1.480.000 N |
---|
Vervallen dividend WMO € 5.000 nadeel
Medewerkers tevredenheidsonderzoek in 2019 € 15.000 voordeel
Kapitaallasten gemeentehuis installaties en inventaris (t/m 2018) € 445.000 nadeel
Kapitaallasten gemeentehuis meubilair (t/m 2018) € 45.000 nadeel
Extra storting voorziening groot onderhoud gebouwen in 2018 € 930.000 nadeel
Budgetoverheveling 2017 naar 2018 tbv Website € 18.000 nadeel
Budgetoverheveling 2017 naar 2018 tbv Verbouw MO € 29.000 nadeel
Budgetoverheveling 2017 naar 2018 tbv BBV wijzigingen € 40.000 nadeel
Kapitaallasten brandweerkazerne € 17.000 voordeel
Totaal € 1.480.000 nadeel
Een nadeel wil hier zeggen dat de onttrekking in 2018 wel plaatsvond en in 2019 niet (meer). Een voordeel betekent dat er een onttrekking in 2019 wel plaats gaat vinden en in 2018 niet.
Hieronder de algemene toelichting op apparaatskosten |
---|
Op het moment dat er, om wat voor reden dan ook, personeel nodig is in onze organisatie wordt organisatiebreed gekeken naar een oplossing . Zo kan het zijn dat vacature-gelden van de ene eenheid ingezet worden voor een andere eenheid, niet ingezette zwangerschapsgelden ingezet worden voor het vervangen van een andere collega die vanwege zwangerschap uitvalt enz. Dit levert een grote hoeveelheid mutaties op de veelal middels de bestuursrapportages met de raad gecommuniceerd worden. Vandaar dat deze toelichting op hoofdlijnen in programma 1 verantwoord wordt.
In de begroting wordt in 2019 rekening gehouden, conform perspectiefnota, met een verhoging op personeelslasten vanuit het overdrachtsdocument. Daarnaast is er een salarisverhoging van 2% meegenomen.
Salariskosten op personeel van derden vallen over het geheel genomen in 2019 lager uit dan in 2018. Dit komt doordat via de bestuursrapportages personeel van derden incidenteel in 2018 bijgeraamd is. Dit heeft alles te maken met ziekte, zwangerschappen en inzet van personeel i.v.m. vacatures.
De raming voor 2019 voor ziekte- en zwangerschapsgelden is hoger dan in 2018, dit komt omdat er in 2018 afgeraamd is ten behoeve van de inzet van deze budgetten voor ziekte en zwangerschapsvervanging.
De ontvangen detacheringsgelden zijn in 2018 hoger dan in 2019. De ontvangen gelden worden bij de bestuursrapportages geraamd en zitten niet in de oorspronkelijke begroting (dat kan in de meeste gevallen ook niet omdat de detachering bij het opstellen van de begroting nog niet bekend is).
Door bovenstaande punten vinden er veel verschuivingen plaats binnen de programma's en zijn oorspronkelijke budgetten soms lager dan wel hoger dan in het voorgaande jaar.